-
1 soir
soir [swaar]〈m.〉♦voorbeelden:ce soir • vanavondce soir-là • die avondle quinze au soir • op de avond van de vijftiendeêtre du soir • een avondmens zijn→ matinm -
2 le soir
-
3 de winkel/zaak sluiten
de winkel/zaak sluitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de winkel/zaak sluiten
-
4 sluiten
2 [opbergen, wegsluiten] lock up/away3 [buiten-/uitsluiten] lock out, close off4 [plaatsen zonder tussenruimte] close6 [beëindigen] close, conclude7 [verbieden] close8 [handel] [opmaken] close♦voorbeelden:het raam sluiten • shut/close the windowde winkel/zaak sluiten • 〈 in het bijzonder voorgoed〉 close (the shop) down; 〈 ook 's avonds〉 shut up shopvriendschap sluiten (met) • make friends (with)de rij sluiten • bring up the rear3 [goed geheel vormen] fit4 [afsluiten] lock up5 [ten einde lopen] close6 [als einduitkomst hebben] balance7 [gelijke eindcijfers aan debet- en creditzijde vertonen] balance♦voorbeelden:dinsdagmiddag zijn alle winkels gesloten • it's early closing day on Tuesdaydie redenering sluit niet • that argument doesn't hold (water)de begroting sluitend maken • balance the budgetIII 〈wederkerend werkwoord; zich sluiten〉♦voorbeelden: -
5 turn
n. draai, bocht; beurt; ommekeer--------v. draaien; omslaan; omkeren; worden; veranderen; omzetten; wendenturn1[ tə:n]3 wending ⇒ draai, (verandering van) richting4 beurt7 〈 benaming voor〉 korte bezigheid ⇒ wandelingetje, ommetje; ritje, tochtje; nummer(tje) 〈 in circus, show〉; 〈 bij uitbreiding〉 artiest 〈 in show〉♦voorbeelden:turn of the tide • getijwisseling, kentering 〈 ook figuurlijk〉the tide is on the turn • het tij keertthe next right turn • de volgende afslag rechts4 is it my turn to cook tonight? • moet ik vanavond koken?take turns at something • iets om beurten doen, elkaar aflossen met ietswait one's turn • zijn beurt afwachtenturn and turn about • om en om, om de beurtby turns • om en om, om de beurtin turn • om de beurt, achtereenvolgens; op zijn beurttake it in turn(s) to do something • iets om beurten doenin one's turn • op zijn beurtyour turn • jij bentbe of a musical turn (of mind) • muzikaal aangelegd zijnat every turn • bij elke stap/gelegenheid, overaldone to a turn • perfect klaargemaakt, precies gaar genoeg→ good good/♦voorbeelden:————————turn23 〈 benaming voor〉 van richting veranderen ⇒ afslaan, draaien, een bocht/draai maken; (zich) omkeren, (zich) omdraaien; een keer nemen, kenteren 〈 van getijde〉♦voorbeelden:his thoughts turned to his mother • hij dacht aan zijn moederturn aside (from) • zich afwenden (van)turn to a book • een boek raadplegenturn to drink • aan de drank rakenthe car turned left, right, and then turned into Bond Street • de auto sloeg saf, rechtsaf, en draaide toen Bond Street inturn about • zich omkerenabout turn! • rechtsom(keert)! 〈 bevel aan troepen〉turn (a)round • zich omdraaien 〈 van iemand〉; een ommekeer maken 〈 bijvoorbeeld van economie〉; van gedachten/mening veranderenturn back • terugkeren, omkerenturn down a side street • een zijstraat inslaanwe turned off the M1 at Hatfield • we gingen van de M1 af bij Hatfieldhe turned to teaching • hij switchte naar (het) onderwijsturn into • veranderen in, wordenthe success of a film turns on many factors • het succes van een film hangt van vele factoren afwater turns to ice • water wordt ijsturn (up)on someone • iemand aanvallen, zich tegen iemand keren→ turn down turn down/, turn in turn in/, turn off turn off/, turn on turn on/, turn out turn out/, turn over turn over/, turn up turn up/2 〈 benaming voor〉 omdraaien ⇒ (doen) omkeren; omploegen, omspitten; omslaan, keren 〈 kraag〉; omvouwen4 verzuren ⇒ zuur worden/maken♦voorbeelden:the wheels turn fast • de wielen draaien snelshe turned the car • zij keerde de autoshe turned my old coat • zij keerde mijn oude jas (binnenstebuiten)turn the collar • de kraag omslaanturn the page • de bladzijde omslaanturn about • omkeren, omdraaienturn (a)round • ronddraaien; omkeren, omdraaienturn back • omvouwen, omslaanturn back the sheets • de lakens omslaan/open slaanturn something inside out • iets binnenstebuiten keren; 〈 figuurlijk〉grondig doorzoeken, overhoophalenit seemed as if the world had turned topsy-turvy • het leek wel de omgekeerde wereldturn upside down • ondersteboven kerenturn to page seven • sla bladzijde zeven opturn a phrase • iets mooi zeggenthe warm weather turned the milk • door het warme weer verzuurde de melk4 (doen) veranderen (van) ⇒ omzetten, verzetten; (ver)maken; een wending geven aan 〈 gesprek〉; bocht/draai laten maken, draaien; afwenden, omleiden♦voorbeelden:1 turn a circle • een cirkel maken/beschrijventurn the conversation • een andere wending aan het gesprek geventurn a stream • een stroom omleidenturn the switch • de wissel omzettenturn into • veranderen in, (ver)maken tot; omzetten in〈 figuurlijk〉 the terrible hangover turned him off drink for some time • door de enorme kater had hij een tijdje geen enkele interesse in drankturn the conversation to something different • het gesprek op iets anders brengenturn a gun on someone • een geweer op iemand richtenshe turned her face away from the corpses • zij wendde haar hoofd af van de lijkenturn a child against his parents • een kind tegen zijn ouders opstoken〈 Amerikaans-Engels〉 turn loose • los/vrijlatenmy wife is/has turned fifty • mijn vrouw is de vijftig gepasseerd/is vijftig gewordenit is/has turned six o'clock • het is zes uur geweestturn away • wegsturen, wegjagen, ontslaan; 〈 figuurlijk〉verwerpen, afwijzenwe were turned back at the entrance • bij de ingang werden we teruggestuurdturn someone into the street • iemand op straat zetten→ turn down turn down/, turn in turn in/, turn off turn off/, turn on turn on/, turn out turn out/, turn over turn over/, turn up turn up/IV 〈 koppelwerkwoord〉1 worden♦voorbeelden:her skin turned brown • haar vel werd bruinhis wife turned Catholic • zijn vrouw werd katholiekthe milk turned sour • de melk werd zuur -
6 leggen
2 [(een ei) voortbrengen] lay3 [aanbrengen, plaatsen] put♦voorbeelden:geld opzij leggen • put money asidehij legde het boek opzij tot 's avonds • he put the book aside till the eveningiemand bepaalde woorden in de mond leggen • put certain words into someone's mouthnaast elkaar leggen • put together/side by side/against one anothernieuwe buizen onder een straat leggen • lay new pipes under a streetklemtoon op een lettergreep leggen • stress a syllableop een hoop leggen • pile up -
7 willen
2 [lukken] will♦voorbeelden:ik wil wel een pilsje • I could do with/I wouldn't mind a beerwil je wat pinda's? • would you like some peanuts?het toeval/lot wilde dat … • as it happened …, fate decreed that …vader wil wel eens wat • dad wants a bit of fun now and thenik wil er best voor betalen • I don't mind paying for ithij wil je geen kwaad doen • he doesn't mean you any harmik wil er graag heen gaan • I should really/very much like to go, I really/very much want to gowaar wil zij al dat geld vandaan halen? • where is she planning to get all the money from?ik wil het niet hebben • 〈 verbod〉 I won't have/allow itje hebt niks te willen • beggars can't be choosers, you're in no position to make demandsniet willen luisteren • stop one's ears, refuse to listenik wil niets meer met hem te maken hebben • I've done with him, I want nothing more to do with himhet was erger dan ze wilde toegeven • it was worse than she cared to admitik wil wel toegeven dat … • I'm willing to admit that …wou je me vertellen dat …? • do you mean to tell me/to say that …?wat wou je me vertellen? • what were you going to tell me?ik wou net vertrekken toen … • I was just about/going to leave when …zij willen liever weggaan • they prefer to/would rather leavehij wil absoluut dokter worden • he is (dead) set on being a doctordat had ik best eens willen zien! • I wouldn't have minded seeing it!dat wil ik nog wel eens willen zien! • 〈 letterlijk〉 I'd like to see that!; 〈 ironisch〉 that'll be the day!iets niet willen zien/horen/weten • shut one's eyes/ears/mind to something, not want to knowwaar wil hij heen? • 〈 figuurlijk〉 what's he driving at?ja, wat wil je? • what else can you expect?wat wil je nog meer? • what more do you want?wie wil er nog? • who would like some more?je hebt het zelf gewild • you've only yourself to blame, you asked for ithoe wilt u uw ei? • 〈 ook〉 how do you like your egg?niks liever willen • ask for nothing betterals zij gewild had … • if she had chosen …wilt u dat ik het raam openzet? • shall I open the window (for you)?ik wou dat ik een fiets had • I wish I had a bikedoe het zoals je wilt • do it (just) as/anyway you like(net) zoals je wilt • (just) as you pleaseof je wilt of niet • whether you want to or notwe moesten wel glimlachen, of we wilden of niet • we could not help but smile/help smilingik wil wel • I don't mind, I'm willing/gamedat zou je wel willen! • wouldn't you just (like it)!〈 spreekwoord〉 wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet • do as you would be done by2 dat ding wil niet • the thing won't/refuses to gode motor wil niet starten • the engine won't startdat wil er bij mij niet in • I don't accept/believe thatals het een beetje wil … • with (a bit of) luck …3 zij wil ons gezien hebben • she claims she has seen us/claims to have seen uszijn laatste roman wil een manifest zijn tegen het feminisme • his latest novel is intended as an anti-feminist manifesto¶ men wil er niet aan • people are not buying (it), nobody's interestedII 〈hulpwerkwoord; van modaliteit〉1 [zullen] shall, should, will2 [met betrekking tot een gebod, verzoek] will, would3 [met betrekking tot een mogelijkheid, waarschijnlijkheid] 〈zie voorbeelden 3〉♦voorbeelden:2 wil je me de melk even (aan)geven? • could/would you pass me the milk please?wil je me even helpen? • would you mind helping me?wil jij je mond wel eens houden? • will/would you kindly shut up?zou je 's willen opbellen? • would you mind ringing?zou u zo goed willen zijn onmiddellijk te vertrekken? • would you be so kind as to leave immediately?het moet al erg meevallen, wil zij die baan krijgen • she'll be very lucky to get that jobhij wil 's avonds nog wel eens thuis zijn • he's quite likely to be in of an evening -
8 afternoon
adj. tot de middag behorend--------n. middag, namiddag, tijdsperiode tussen 12 uur s'middags en s'avonds; gebruikelijke groet[ a:ftənoe:n]♦voorbeelden:1 in the afternoon of life • in de herfst/de avond van het levenin/during the afternoon • 's middagson the afternoon of 1 June • op de middag van 1 juni -
9 depuis
depuis [dəpŵie]〈voorzetsel; ook bijwoord〉♦voorbeelden:depuis lors • sindsdiendepuis peu • sinds korte tijddepuis qu' il est parti • sinds hij vertrokken isdepuis, nous sommes heureux • sindsdien zijn we gelukkigdepuis le général jusqu'au sous-lieutenant • vanaf de generaal tot en met de tweede luitenant1. adv, prép1) sinds, al2) van(af)2. depuis queconj -
10 matin
matin [maatẽ]〈m.〉♦voorbeelden:ce matin • vanmorgenle petit matin • het krieken van de dagêtre du matin • matineus zijnau (petit) matin • in de vroege ochtendde bon, grand matin • in alle vroegtedu matin au soir • de hele dag, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat; 〈 figuurlijk〉 zonder ophoudenle matin • 's morgens, 's ochtendsm -
11 sluiten
1 [dichtmaken; verbieden] fermer2 [opbergen, wegsluiten] enfermer3 [buiten-, uitsluiten] fermer à4 [plaatsen zonder tussenruimte] serrer5 [aangaan] conclure6 [beëindigen; ook handel] arrêter♦voorbeelden:deze deur sluit zichzelf • cette porte se ferme toute seulede deur met de sleutel sluiten • fermer la porte à clef3 iemand buiten de deur sluiten • fermer sa porte à qn.een lening sluiten • contracter un empruntde stoet sluiten • fermer la marcheeen vergadering sluiten • clôturer une réunion1 [dichtgaan] fermer3 [goed geheel vormen] s'accorder4 [afsluiten] fermer (à clef)5 [ten einde lopen] se terminer6 [als einduitkomst hebben] se solder (en, par)♦voorbeelden:een gesloten gezicht • un visage ferméde winkels zijn één dag in de week gesloten • les magasins ferment un jour par semainede vensters sluiten niet goed • les fenêtres se ferment maleng sluitend • très collantde delen sluiten precies in elkaar • les parties s'emboîtent exactement les unes dans les autresde begroting sluitend maken • équilibrer le budgetIII 〈wederkerend werkwoord; zich sluiten〉1 [dicht gaan] (se) fermer♦voorbeelden: -
12 willen
1 vouloir♦voorbeelden:ik wil niets liever dan rust • je n'aspire qu'au reposgeen kritiek willen aannemen • ne pas admettre la critiquewillen behagen • chercher à plairedoor willen gaan voor • se faire passer pourik wil er graag heen gaan • je voudrais bien y allerof men mij wil geloven of niet • qu'on me croie ou noniets dolgraag willen hebben • mourir d'envie d'avoir qc.je hebt niets te willen! • il n'y a pas de ‘je veux’ qui tienne!ik wil er niets meer over horen • je ne veux plus en entendre parlerdat mocht je willen! • ça ne te déplairait pas, hein!iemand niet willen ontmoeten • refuser de voir qn.ik wilde net weggaan • je m'apprêtais à partirniets van iemand willen weten • ne plus vouloir entendre parler de qn.toneelspeler willen worden • vouloir devenir comédienja, wat wil je? • qu'est-ce que tu veux!wat wil die man hier? • que fait cet homme ici?willen jullie nog wat? • en voulez-vous encore?als u het beslist wilt • si vous y tenezik wil best wel • je ne dis pas nongraag willen dat … • avoir envie que … 〈+ aanvoegende wijs〉liever willen • aimer mieuxik wil niets liever • je ne demande pas mieuxik begrijp wel waar je heen wilt • je vois où tu veux en venirwat wilt u van hem, haar? • 〈 agressief〉 que lui voulez-vous?niemand wil hem als vriend • personne ne veut de lui comme amizoals u wilt • comme vous voudrezof je wilt of niet • que tu le veuilles ou non〈 spreekwoord〉 wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet • ne fais pas à autrui ce que tu ne voudrais pas qu'on te fît (à toi-même)het gerucht wil, dat … • on dit que …dat wil wel eens gebeuren • ce sont des choses qui arriventwil jij je mond wel eens houden? • veux-tu bien te taire?het moet al erg meevallen, wil zij die baan krijgen • il faudra qu'elle ait de la chance si elle veut obtenir cet emploihet wil niet lukken • ça ne marche pasik zou wel willen schrijven, maar … • j'écrirais bien, mais …dat wil zeggen • c'est-à-dire (< afkorting> c.-à-d.)ik zou dat wel eens willen zien • j'aimerais bien voir çahij wil 's avonds nog wel eens thuis zijn • il lui arrive de rester chez lui, le soirhij wil er niet aan • il n'en veut pasdat zou ik best willen • cela ne me déplairait pasdat wil er bij mij niet in • je n'admets pas celaik zou wel met u mee willen • j'irais bien avec vousik wou dat jullie opschoten • si vous vous dépêchiez un peu?ik wou dat ik een fiets had! • si seulement j'avais un vélo!ik zou willen dat … • j'aimerais que … 〈+ aanvoegende wijs〉zijn naam wil me niet te binnen schieten • je n'arrive pas à retrouver son nom -
13 volksuniversiteit
1 ±adult education centre; 〈 onderdeel van universiteit〉 university department of extramural studies; 〈 's avonds ook〉 night school♦voorbeelden:zij leert Frans op de volksuniversiteit • she's doing an evening class in FrenchVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > volksuniversiteit
-
14 waard
waard1〈de〉1 landlord♦voorbeelden:————————waard21 [de genoemde waarde hebbend] worth2 [in waarde overeenkomend met] worth ⇒ worthy (of something/someone)3 [als aanspreekvorm] [beste] dear♦voorbeelden:1 dit huis is ruim twee ton waard • this house is worth 200,000 guildersje bent niet waard dat wij jou helpen • you're not worthy of our help/supportlaten zien wat je waard bent • show someone what you're made ofhij is haar niet waard • he's not worthy of heriets vertellen voor wat het waard is • tell something for what it's worthdat is het vermelden waard • that's worth mentioningniet veel waard zijn (als hulp) in de huishouding • be not much good at housekeepinghet is niets waard • it is worthless/isn't worth a pennyna een dag werken ben ik 's avonds niets (meer) waard • after a day's work I'm good/fit for nothinghet leven is zonder haar niets waard • life without her is meaningless/uselessen dat is ook (heel) wat waard • and that's not to be underestimated/no small thinghet zou haar heel wat waard zijn om … • she would give a great deal to …het geld wordt minder waard • money is depreciating/decreasing in valueveel waard zijn • be worth a lotweinig waard zijn • count/be good for littlemijn waarde • my dear/good fellow -
15 hängen
hängen6 hechten, gehecht zijn aan♦voorbeelden:3 hängen bleiben • (a) blijven steken, haken, vast blijven zitten; (b) vastplakken, blijven kleven • (c) blijven hangen, (onnodig) lang blijven; 〈 (d) informeel; onderwijs〉 blijven zitten〈 figuurlijk〉 sein Blick blieb an einem alten Gemälde hängen • zijn blik bleef op een oud schilderij rusten〈 informeel〉 jemanden hängen lassen • iemand in de steek laten, laten zittensich hängen lassen • bij de pakken neerzitten, het opgevender Schmutz hängt an den Schuhsohlen • het vuil kleeft aan de schoenzolen7 wo hängt der Junge bloß? • waar hangt die jongen toch uit?abends in den Kneipen hängen • 's avonds in de kroegen rondhangenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:mit Hängen und Würgen • met hangen en wurgen♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Willem Elsschot — (7 May 1882 31 May 1960), was a Flemish writer and poet (pseudonym of Alfons Jozef De Ridder). Few of his works have been translated into English. Life Alfons Jozef was born in Antwerp to a baker s family. During secondary school, he developed a… … Wikipedia
Aufstehen — 1. Aufstehen früh hat Müh . 2. Beim Aufstehen von der Tafel erkennt man das Fest. 3. De upsteit, de sîn Ste(de) vergeit. (Oldenburg.) 4. De upsteit, verläst sien Stede. (Ostfries.) 5. Dem, der früh aufsteht, hilft Gott und leitet ihm die Hand. 6 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon